Textielvezels zijn stoffen die van nature voorkomen of kunstmatig door de mens zijn gemaakt en die vanwege hun eigenschappen geschikt zijn om gesponnen en vervolgens geweven te worden.
Vezels kunnen worden ingedeeld in drie grote categorieën, zoals ook uitgelegd door de CNSC: natuurlijk, kunstmatig en synthetisch. Maar wat zijn de verschillen tussen natuurlijke, kunstmatige en synthetische vezels? Laten we het samen ontdekken.
Natuurlijke vezels komen uit dierlijke of plantaardige bronnen die in de natuur voorkomen. Enkele voorbeelden zijn wol, kasjmier (dierlijke bronnen), linnen, katoen, hennep (plantaardige bronnen). Natuurlijke vezels vereisen geen chemische processen om tot garens te worden verwerkt, maar alleen mechanische processen zoals kaarden en spinnen.

Kunstmatige vezels worden gemaakt uit natuurlijke grondstoffen, maar vereisen een chemische bewerking om garens te worden. Bijvoorbeeld viscose, lyocell, rayon zijn afgeleid van houtcellulose en worden vervolgens chemisch verwerkt om vezels te worden die bruikbaar zijn in de textielindustrie.
Synthetische vezels zijn volledig kunstmatig en hebben geen natuurlijke oorsprong. Ze worden volledig in laboratoria geproduceerd, vaak uit aardolie of de bijproducten daarvan. Synthetische vezels zijn ontworpen om specifieke eigenschappen te hebben, zoals waterdichtheid of weerstand tegen weersinvloeden. Voorbeelden van synthetische vezels zijn: polyester, nylon en polypropyleen.

Synthetische vezels worden dankzij hun technische eigenschappen veel gebruikt voor sport- en technische kleding.
Echter is er de afgelopen jaren een groeiende interesse in natuurlijke vezels geweest, vanwege een grotere bewustwording bij de bevolking over het gebruik van duurzame en ecologische materialen.
Wij van Lanaioli hebben nooit getwijfeld en hebben vanaf het begin ervoor gekozen onze kledingstukken alleen te produceren met natuurlijke garens, een voorbeeld hiervan is onze collectie van puur kasjmier, het paradepaardje van de Lanaioli productie.